Domein 3

Grootschalige hernieuwbare energieopwekking

Het Energieakkoord wil op een kosteneffectieve manier meer hernieuwbare energie grootschalig opwekken. Dat biedt zekerheid aan investeerders, levert nieuwe banen, lokt innovaties uit en maakt de opwek goedkoper.

Waar gaat het om ›

ambitie & aanpak

Wat is er in 2018 bereikt?

Windenergie op land

  • De Monitor Wind op land 2018 van RVO laat zien dat aan het eind van 2017 in Nederland 3.249 MW operationeel vermogen op land stond. Naar verwachting is dat eind 2020 minstens 5.153 MW.
  • Om het doel van 6000 MW in 2020 te halen is een intensiveringstraject afgesproken. Provincies en rijksoverheid werken hierin nauw samen om knelpunten tijdig weg te nemen
  • De Monitor Wind op land geeft aan dat de totale projectcapaciteit is gegroeid naar 6.867 MW. Er zijn dus genoeg plannen om het doel van 6000 MW ruimschoots te halen. De minister van Economische Zaken heeft met de provincies afgesproken dat een eventueel tekort in 2020 in de periode tot 2023 dubbel wordt ingehaald.
  • De gedragscode wind op land is aangescherpt. Er zijn goede ervaringen opgedaan die laten zien dat windenergie op land met lokaal draagvlak kan worden ontwikkeld. Daartoe ondertekenden 27 partijen de ‘Green Deal Participatie van de omgeving’ bij duurzame energieprojecten.


Windenergie op zee

  • De derde tender uit het Energieakkoord, in het gebied Hollandse Kust Zuid, is zonder subsidie gegund. Dit park moet in 2021 operationeel zijn. Het is daarmee het eerste park op zee zonder subsidie.
  • Afgesproken is dat in de periode 2013 - 2023 de kosten voor wind op zee met 40 procent moeten dalen. Het is gelukt om de kosten in de periode 2013 – 2018 al 70 procent te verlagen.
  • Tennet is verantwoordelijk voor het elektriciteitsnet op zee. Voor aansluiting van parken op zee is tot 2023 4 miljard subsidie gereserveerd.
  • De Nederlandse wind-op-zee-sector leverde een totale economische bijdrage van ongeveer €2 miljard en zo'n 6.400 voltijds banen.


Real-time zien wat we duurzaam opwekken

De site Energieakkoord.nl laat real-time hoeveel hernieuwbare energie wordt opgewekt in Nederland. In 2018 is de site vernieuwd. Aanvankelijk liet de site alleen zon, wind en biogas zien. Toegevoegd zijn de energieproductie door warmtepompen, de bijstook van biomassa en de productie door afvalcentrales. Het is een samenwerking tussen het Energieakkoord, EnTranCe, Gasunie, Tennet en NetbeheerNederland.


BEKIJK DE SITE ›

Tijdlijn windenergie op zee

September 2013

Energieakkoord voor duurzame groei



September 2014

Kabinet kiest locaties wind op zee en verklaart bestaande vergunningen nietig

Juli 2015

Inwerkingtreding Wet Windenergie op Zee



November 2015

Studie TKI Wind op Zee 40% kostenreductie windenergie op zee is binnen handbereik

Maart 2016

Spoedwet STROOM aangenomen om het net op zee aan te kunnen leggen

Juli 2016

Dong Energy wint tender Borsele met 7,27 cent per kWh wind op zee


Ron Wit

De zes succesfactoren bij wind op zee

Ontwikkelpad windenergie op land

September 2013

Energieakkoord bevestigt afspraken tussen kabinet en provincies over 6000 MW wind op land voegt gedragscode voor maatschappelijke participatie toe.

maart 2014

Structuurvisie Wind op land met 11 locaties voor grotere windparken





oktober 2015

NEV 2015: doel lijkt haalbaar maar vertraging verwacht vanaf 2018





februari 2017

Actieplan windenergie op land met versnelde aanpak van knelpunten en vroegtijdig informatie en participatie van omwonenden


oktober 2017

NEV 2017: extra maatregelen nodig om 6000 MW in 2020 te halen





mei 2018

Versnellingsaanpak wind op land met Regieteam op hoog bestuurlijk niveau en verdubbeling van opgave die in 2020 nog niet is gerealiseerd


Rob Rietveld

Acceptatie vaak het hoogst haalbare

Wat is er in 5 jaar bereikt?

Samenwerking en druk brengt hernieuwbare energie op gang

De grote brokken van Wind op zee en Wind op land trokken veel aandacht. Overig hernieuwbaar leek een onderschoven kindje. Na vijf jaar zit er vaart in alle onderdelen.

Samenwerking helpt Wind op land

Het Energieakkoord dwong de samenwerking af van alle betrokken partijen rond wind op land om de doelen te halen. Het kernteam van Rijk en provincies werd eind 2015 uitgebreid met gemeenten, netwerkbedrijven, windprojectontwikkelaars, energiecoöperaties en natuur- en milieubeweging. Het team kreeg de opdracht 26 acties uit te voeren om knelpunten in wetgeving op te lossen en nieuwe werkwijzen te ontwikkelen. De dialoog met vertegenwoordigers van omwonenden werd geïntensiveerd, op landelijk niveau, maar vooral bij het ontwikkelen van windprojecten.


Inpassing blijft lastig

De systematische aanpak leidde tot verbetering. Toch bleef het inpassen van windprojecten op land een kwetsbaar proces. De opgelopen spanningen met bewoners bij een aantal grootschalige locaties drukte zwaar op nieuwe initiatieven. Door afzonderlijke projecten nauwkeurig te volgen, werden bovendien hardnekkige knelpunten en patstellingen zichtbaar. Bijvoorbeeld bij locaties waar radardekking of risicozonering de bouw van windmolens belemmerden. Maar ook door trage besluitvorming over de bouw van windmolens bij waterkeringen en op terreinen van Rijkswaterstaat. Om dit soort hardnekkige knelpunten weg te nemen is begin 2018 een regieteam ingesteld. Door knelpunten op bestuurlijk en politiek niveau onder de aandacht te brengen heeft dit regieteam in een aantal projecten de patstelling kunnen doorbreken. Het doel van 6000 MW wordt daarmee naar verwachting in 2020 niet gehaald, maar wel kort daarna. Bovendien heeft de minister van EZK met de provincies afgesproken dat een eventueel tekort in 2020 in de periode tot 2023 dubbel zal worden ingehaald, eventueel ook door inzet van andere duurzame bronnen. 


Wind op zee een succes

De routekaart windenergie op zee is erop gericht om uiterlijk in 2023 extra capaciteit aan windenergie op zee te realiseren ter grootte van 3500 Megawatt (MW). De gekozen aanpak bleek zeer succesvol. De overheid nam hierbij de regie om alle voorwaarden om een windpark op zee aan te leggen te regelen. Het ging onder meer om de aanwijzing van windgebieden, voorbereiding van vergunningverlening, een tenderregeling per kavel en het besluit om het stroomnet op zee onder het beheer van Tennet te laten ontwikkelen. Daarnaast hebben kennisinstellingen en bedrijven in het innovatieprogramma GROW samengewerkt aan innovaties die leidden tot verdere kostenverlaging. 


In december 2016 is met het winnende tenderbedrag voor de Borssele kavels III en IV reeds een kostenreductie van 55 procent bereikt. Door in te zetten op innovatie en verdere kostenreductie zijn windparken op zee inmiddels zonder subsidie te bouwen. Nederlandse bedrijven hebben in deze mondiale markt een sterke concurrentiepositie opgebouwd.

Debat over bij- en meestook van biomassa

De afspraak dat de stimulering van biomassa voor bij- en meestook in kolencentrales de 25 PJ niet zou overstijgen heeft nog veel voeten in aarde gehad. Over de duurzaamheidseisen waaraan de biomassa dient te voldoen is uitgebreid gesproken tussen energiebedrijven, milieuorganisaties en overheid. In 2015 zijn gedetailleerde duurzaamheidseisen vastgelegd in de SDE-regeling. Over een aantal aanvullende, bovenwettelijke eisen hebben energieproducten en de milieubeweging bovendien afspraken vastgelegd in een convenant. Hierin zijn ook afspraken gemaakt over stimulering van duurzaam bosbeheer. 


De duurzaamheidseisen voor zaagsel bleven onderwerp van discussie. Energiebedrijven zijn van mening dat voor deze vorm van biomassa volstaan kan worden met beperkte duurzaamheidseisen. Milieuorganisaties zijn van mening dat ook deze stroom dient te voldoen aan alle eisen die FSC of gelijkwaardige certificatiesystemen aan houtige biomassa stellen. In 2017 is een geschillencommissie ingesteld in een laatste poging tot overeenstemming te komen. Partijen zijn elkaar zeer dicht genaderd. In maart 2018 concludeerde de geschillencommissie echter dat overeenstemming op dit onderwerp niet haalbaar is. 


Versnellingstafels voor overig hernieuwbaar

Naast doelen voor wind op zee, wind op land en bijstook van biomassa formuleerde het Energieakkoord ook een doelstelling voor overige vormen van hernieuwbaar energieopwekking. Hierbij gaat het onder meer om grootschalige zon-PV, afvalverbrandingsinstallaties, houtkachels en open haarden, biobrandstoffen ten behoeve van transport en groen gas op basis van vergassing en vergisting van biomassarestromen. De ambitie voor deze overige vormen van hernieuwbare energie in het Energieakkoord is een bijdrage die kan oplopen tot 186 PJ richting 2023. 


In 2016 zijn ’versnellingstafels’ ingericht om de groei van verschillende vormen van duurzame energie te versnellen. Deze tafels hebben in 2017 knelpunten geanalyseerd. Dat leverde een brede waaier van acties op om knelpunten op te lossen en versnelling te creëren. Sindsdien is de ontwikkeling van zonneparken en duurzame warmteopties op gang gekomen.