Domein 7

Kolencentrales en CCS

De afbouw van de meest vervuilende kolencentrales past in het beleid om CO2 te reduceren. Afvang, gebruik en opslag van CO2 is op de lange termijn onvermijdelijk.

waar gaat het om ›

ambitie & aanpak

Waar gaat het om, ambitie & aanpak


Het Energieakkoord sluit aan bij Europees beleid. Dat richt zich op een reductie van 80 tot 95 procent van de uitstoot van broeikasgassen in 2050. De afbouw van de meest vervuilende en minst efficiënte kolencentrales past daarin. Daarnaast is afvang, gebruik en opslag van CO2 bij de industrie en bij gas- en kolencentrales onvermijdelijk om op lange termijn te komen tot een volledig duurzame energievoorziening.

Ambitie

  • Invulling van de afspraak in het Energieakkoord over de sluiting van vijf kolencentrales gebouwd in de jaren tachtig.
  • Langetermijnvisie op de positie van CCS (carbon capture and storage) in de transitie naar een duurzame energievoorziening.

Aanpak

Het voornemen om kolencentrales uit de jaren tachtig te sluiten stuitte op mededingingsbezwaren van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Onder leiding van de SER is daar een oplossing voor gevonden.

De kern daarvan wordt gevormd door eisen voor het elektrisch rendement van kolencentrales. Deze eisen liggen vast in het Activiteitenbesluit Milieubeheer.

Wat is er in 2018 bereikt?

Sluiting van de kolencentrales uit de jaren tachtig

  • Alle vijf oude kolencentrales zijn gesloten, de laatste op 1 juli 2017.
  • Het overgrote deel van de werknemers is goed begeleid van werk naar werk


Ontwikkelen van een langetermijnvisie op de positie van CCS (carbon capture and storage).

  • De CCS-visie van het Kabinet was begin 2016 een onderdeel van het Energierapport.
  • Het CCS-demoproject werd in september 2017 stopgezet.


Tijdlijn sluiting kolencentrales

September 2013

Toezichthouder ACM accepteert onderbouwing afspraak sluiting oude kolencentrales niet

juli 2014

Minister stelt

hogere

rendementseisen vast


januari 2016

Sluiting van drie kolencentrales die niet voldoen aan de efficiency-eis van minimaal 38 procent

januari 2017

Minister EZ verhoogt efficiency-eis naar minimaal 40 procent


juli 2017

Sluiting van twee kolencentrales die niet voldoen aan efficiency-eis van minimaal 40 procent

Wat is er in 5 jaar bereikt?

Met hink-stap naar sluiting

De sluiting van vijf kolencentrales leek een duidelijk uit te voeren afspraak. Maar meteen bij aanvang van het Energieakkoord kwam er een stok tussen de spaken. Uiteindelijk is het doel toch gehaald.

Toezichthouder zet streep door plannen

Nog voor de inkt van het Energieakkoord goed en wel droog was, haalde de toezichthouder Autoriteit Consument en Markt (ACM) een streep door de afspraak om de vijf oudste kolencentrales te sluiten. Het was een onderlinge overeenkomst tussen de partijen van het Energieakkoord die onvoldoende op inhoudelijke gronden was onderbouwd. De ACM oordeelde, op verzoek van de ondertekenaars van het Energieakkoord, dat de uitvoering van deze afspraak zou leiden tot nadelen voor de consument. Hiermee moesten de plannen terug naar de tekentafel.


Alternatief: wettelijke rendementseisen

Onder regie van de Borgingscommissie van het Energieakkoord zochten de partijen naar een alternatieve maatregel. Dat kostte tijd. Minister Kamp van EZ informeerde de Tweede Kamer op 3 juli 2014 over zijn keuze om als alternatief rendementseisen in te stellen. De oudere centrales konden daar niet aan voldoen, de nieuwere wel. Het voorstel was in januari 2015 gereed en het besluit trad in januari 2016 in werking. Het gevolg was dat drie centrales meteen dicht gingen en de twee anderen in juli 2017.


Banenverlies opgevangen

De kolencentrales boden direct en indirect werk aan veel mensen. Bij de sluiting van de eerste drie kolencentrales zijn werknemers op uiteenlopende manieren uitgestroomd. Een groot deel is intern herplaatst. Een aantal heeft (al dan niet met een werk-naar-werkplan of externe begeleiding) een andere baan elders gevonden. Anderen hebben gebruik gemaakt van een ouderenregeling of pensioen. Bij deze drie bedrijven voldeden de bestaande sociale plannen. Het aantal medewerkers dat uiteindelijk werkloos is geworden is zeer beperkt gebleven. Herplaatsing blijkt vooral mogelijk voor technisch goed opgeleide en ervaren mensen. De beschikbaarheid van banen met een passend profiel in de nabije omgeving is daarbij wel een voorwaarde, bijvoorbeeld in de petrochemie of bij de productie van onderdelen van windmolens.

Ambities rond CCS gestrand

De beoogde lange termijn visie over CCS werd in januari 2016 verwerkt in het Energierapport: Transitie naar Duurzaam: “CCS is voor meerdere energiefuncties aantrekkelijk, maar kent grote onzekerheden qua kosten en potentieel. Om de kosten van de toekomstige energievoorziening te beperken is het verstandig CCS vooral in te zetten als (goedkope) alternatieven ontbreken. CCS leent zich om toegepast te worden bij vaste emissiebronnen.

Tot een demoproject is het niet gekomen. Het project kreeg in 2015 een toezegging voor een subsidie van 180 miljoen euro, maar liep in 2017 vast omdat de betrokken energiebedrijven zich terugtrokken vanwege ongunstige marktomstandigheden.