Domein 9

Werk en scholing

De energietransitie biedt veel kansen op werk. Vooral in de bouw en installatiebranche. Groeiende vraag naar schone technologie kan tot nieuwe banen in de CleanTech sector leiden.

Waar gaat het om ›

ambitie & aanpak

Waar gaat het om, ambitie en aanpak

Het Energieakkoord leidt tot werkgelegenheidskansen in bijvoorbeeld de bouw- en installatiesector door energiebesparing en decentrale energieopwekking . Daarnaast zal de groeiende vraag naar schone energietechnologieën en –diensten nieuwe werkgelegenheid scheppen in de Nederlandse groene industriesector (CleanTech). Daarvoor zijn voldoende gekwalificeerde arbeidskrachten nodig. Ook moet de kwaliteit van de nieuwe banen goed zijn. Mensen die hun baan in de fossiel georiënteerde sectoren dreigen te verliezen, moeten naar een nieuwe baan worden geholpen. Mocht dit onverhoopt niet lukken dan moeten sociale risico’s op een passende wijze worden opgevangen.

Ambitie

• In de periode 2014-2020 gemiddeld ten minste 15.000 additionele voltijdbanen.

• In de gehele periode 90.000 arbeidsjaren extra.


Aanpak

De organisaties die betrokken zijn bij het Energieakkoord, zetten zich in voor passende opleidings- en werk-naar-werk-faciliteiten. Voor jongeren moeten aantrekkelijke opleidingen beschikbaar komen die voor ‘groene’ banen opleiden. Om- en bijscholing (green skills) moeten werkzoekenden op nieuwe banen in ‘groene’ groeisectoren voorbereiden. Sociale partners zien toe op de kwalitatieve aspecten van werk: goede arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en arbeidsverhoudingen, zodat ook op sociaal gebied sprake is van een duurzame sector.

Wat is er in 2018 bereikt?

Zorgen over groeiend tekort aan vakmensen

De energietransitie vraagt niet alleen om nieuwe technologie maar vooral ook om mensen die het werk willen en kunnen doen. Voor een tijdige en succesvolle omslag naar een duurzaam energiesysteem zijn veel mensen nodig terwijl op dit moment de tekorten snel oplopen. Werknemers- en werkgeversorganisaties moeten samen, op landelijk en sectoraal niveau, oplossingen zoeken voor de tekorten. Waar de transitie gepaard gaat met werkgelegenheidsverlies is een aanpak nodig die werkenden daar tijdig op voorbereidt, hun ontwikkeling en mobiliteit faciliteert en hen waar nodig financieel faciliteert.   

Human Capital Agenda (HCA) op koers maar dat is niet voldoende

De Human Capital Agenda (HCA) van de Topsector Energie droeg de afgelopen jaren bij aan meer goed opgeleide mensen. Waarschijnlijk is dat niet voldoende. De HCA werkt nu aan vernieuwing van het huidige opleidingsaanbod in het beroepsonderwijs. ‘Leven lang ontwikkelen’ staat daarbij centraal voor studenten, zij-instromers en het huidige personeel.
Andere activiteiten richten zich op een goede match tussen arbeidsvraag en -aanbod op het terrein van de toekomstige energiesector. Branches startten diverse initiatieven om de groeiende tekorten tegen te gaan.

Tijdlijn  momenten werkgelegenheid

 2014

Build up Skills coalitie gestart met pilots.

De Topsector Energie start uitvoering Human Capital Agenda 2014-2016

juli 2015

Onderzoek Energieakkoord: Effecten van de energietransitie op de inzet en kwaliteit van arbeid wijst uit dat er bij nieuwe werkgelegenheid geen knelpunten zijn gevonden bij het naleven van voorschriften, regelgeving en afspraken uit cao-overleg.


2016

Arbeidsmarktgevolgen van de sluiting van de kolencentrales opgevangen met bestaande sociale plannen. Effecten van werkgelegenheidsverlies door sluiting kolencentrales door Basis en beleid in kaart gebracht.

 2018

SER-advies Energietransitie en werkgelegenheid. Zorgen om beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerd personeel en noodzaak van passende maatregelen om werkgelegenheidsverlies door de energietransitie op te vangen.


Biense Dijkstra

Bouw prikkelen voor innovatie en verduurzamen

Steven van Polen en Ton van Dril  

Van blanco begin naar Europese belangstelling

Steven van Polen en Ton van Dril

PBL en TNO

Van blanco begin naar Europese belangstelling

Met de afspraak in het Energieakkoord over werkgelegenheid betraden de rekenmeesters onontgonnen terrein. Er was geen model om de afspraak te volgen. Er waren weinig data om in een model te stoppen. Jaar na jaar groeide de kennis. Europese belangstelling voor het pionierswerk in de groene werkgelegenheid werd een kers op de taart.

Het verhaal van Steven van Polen (links op de foto) en Ton van Dril is er een van bouwen en ontwikkelen. Van Dril werkte bij de start van het Energieakkoord bij Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN). Hij kreeg de taak een model te maken om de voortgang van de werkgelegenheidsafspraak objectief te volgen. Van Polen, van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), nam het stokje over. Hij ontwikkelde het door en dook de diepte in aan de hand van concrete duurzame projecten. Zo kwamen er meer data waarmee het model aan kracht won. En hoe meer data hoe comfortabeler de rekenmeesters zich voelen.


Nieuw of vervanging

“Als de Nederlandse bouwers van cv-ketels ook warmtepompen gaan maken, wil je weten welk deel daarvan in Nederland wordt gemaakt en welke onderdelen worden geïmporteerd. Duitsland was al verder met warmtepompen. Door met de ketelbouwers te praten, krijg je daarvan een beeld. En ook of het nieuw werk oplevert of vervanging is. Die informatie heb je nodig om te berekenen wat het effect van de groei van warmtepompen is op de Nederlandse werkgelegenheid”, illustreert Van Polen een van de vele praktische vragen die ontstonden.


Goede definities

Het begon allemaal met goed definiëren wat er nu onder groene groei valt. Telt het aanpassen van een gasnet aan waterstof nu mee voor de werkgelegenheid of is het gewoon bestaand werk met dezelfde mensen? Het was ook heel belangrijk om te bepalen of iets nu dankzij het Energieakkoord tot stand komt of autonoom ontstaat. Hoewel het nieuw terrein was voor de economen vindt van Dril het ook weer niet zo bijzonder. “Het was misschien een beetje gekkenwerk met zo weinig data. Maar we bouwen wel vaker modellen waarmee we met beperkte data toch bruikbare stuurinformatie kunnen geven. We maken ook toekomstverkenningen voor energie.”


Toetsen in praktijk

Onderdeel van modellen maken is ook om ze te toetsen aan de praktijk, stelt van Dril. Dat gebeurde dus ook. De aanleg van windparken op zee bleek voor een deel met buitenlandse projectteams te gebeuren. De hoeveelheid Nederlandse werkgelegenheid per geïnvesteerde miljoen euro’s komt dan lager uit. ”The proof of the pudding is of met de data uit je waarneming blijkt of je aannames kloppen. Er komen ook steeds mee data beschikbaar.”


Schouderklop

Van Polen stelt dat het onderzoeken van het werkgelegenheidseffect van verduurzaming veel heeft opgeleverd. “Er wordt een veel betere relatie gelegd tussen duurzame energie en de economie. Dan gaat het ook om zaken als toegevoegde waarde en investeringen. De kennis is sterker geworden. Dat is belangrijk.”

Ook Van Dril kijkt tevreden terug op het pionierswerk. “De Europese Unie heeft onze methode overgenomen. Die waardering is indirect een schouderklop voor ons.”


Henri de Groot  

Voorkom vertraging door mismatch arbeid

Wat is er in 5 jaar bereikt?

Van tekort aan banen naar overschot vacatures

Als het om de arbeidsmarkt gaat is het beeld in vijf jaar volledig gekanteld. Bij aanvang van het Energieakkoord was er een tekort aan banen. Nu is er een overschot aan vacatures. 


Alle betrokken partijen hebben zich ingezet om de afspraken voor werkgelegenheid en scholing uit te voeren. Vanwege het economisch herstel verschoof de focus in de uitvoering. Die lag eerst bij een zorgvuldige transitie van banen bij de afbouw van fossiel gebonden sectoren. Nu ligt de nadruk steeds meer bij het werven van voldoende goed opgeleid personeel om de transitie uit te voeren. In dit licht bleek het zeer moeilijk de beoogde netto banengroei een-op-een te koppelen aan de afspraken van het Energieakkoord.


Scholing snel in gang gezet

In 2014 startte de Build up Skills coalitie met pilots voor intersectorale scholings in vier regio’s. De Topsector Energie begon met de uitvoering van de Human Capital Agenda (HCA) die in de daaropvolgende jaren werd uitgebouwd. Deze agenda droeg stevig bij aan het opleiden en bijscholen van meer goed opgeleide mensen om de energietransitie mogelijk te maken. Maar de evaluatie in 2018 constateerde dat dit waarschijnlijk niet voldoende is.


Om te leren van de nieuwe ontwikkelingen publiceerde de Borgingscommissie de digitale brochure ‘Ruim Baan met Energieakkoord’. Met voorbeelden geeft die aandacht aan werkgelegenheid- en scholingsontwikkelingen onder het Energieakkoord. Hij is regelmatig geactualiseerd.

Van werk naar werk

Het opvangen van de arbeidsmarktgevolgen van de sluiting van de kolencentrales uit de jaren tachtig gebeurde met bestaande sociale plannen. Voor de drie centrales die per 1 januari 2016 zijn gesloten, was een landelijk sociaal plan afgesproken.

Er werkt ook steeds meer hoogwaardig opgeleid personeel in nieuwe energiesectoren. De werkgelegenheid wordt met name door Nederlanders vervuld, waarbij wind op zee de uitzondering vormt.

Zorgen om beschikbaarheid voldoende gekwalificeerd personeel

Het tekort aan vakmensen kan een probleem worden voor de energietransitie. Met extra maatregelen die worden genomen om de doelen voor 2020 te halen, treden arbeidsmarkttekorten steeds vaker op. Het wordt steeds moeilijker de juiste mensen voor die banen te vinden.

Uitleg database


In deze database kunt u de voortgang van het Energieakkoord volgen.

  • In het eerste veld kunt u kiezen uit een van de twaalf domeinen.
  • Daarna kun u kiezen over welk onderdeel (cluster) u meer wilt weten.
  • In het derde veld kunt u nog verder de diepte in door het kijken wat er per cluster aan afspraken is gemaakt.

Als u op de knop ‘verzenden’ drukt toont de database de resultaten van uw selectie.


Meer resultaten ›

Naar database